Vakantiegevoel.
De zomervakantie was weer voorbij. Het was rustig in het haventje. Op de achtergrond klonk het geluid van een cirkelzaag. Iedereen was weer aan het werk. Behalve wij, nutteloze gepensioneerden. Het was niet meer zo heet, dus Ome Arie zat weer met de vertrouwde geitenwollen sokken in zijn vertrouwde klompen zijn vertrouwde pijpje te roken. Er was weinig wind. De rook uit zijn pijp gaf de windrichting aan. Ik zette mijn scootertje op de standaard en ging, na een korte groet, naast mijn vriend op ‘ons’ bankje bij het mooie haventje van ons dorp zitten. Zorgvuldig stopte ik mijn pijp. Niet te los, niet te stevig. Een kunst op zich.
Een klein meisje kwam voorbij, steppend met een skateboard. Haar moeder draafde erachteraan. Hijgend verklaarde ze: “Haar grote broer is eindelijk weer naar school. Ze heeft lang op haar kans om zijn skateboard te kunnen gebruiken moeten wachten!” Begrijpend knikten wij. Ze zag het niet, want ze spurtte verder achter de snelheidsmaniak aan. Ome Arie keek op zijn horloge: “Ze moet voortmaken. Haar grote broer komt zo uit school vol verhalen en hunkerend naar zijn skateboard.” Ik blies een wolkje rook uit en dacht hardop: ‘En om nog heel even het vakantiegevoel terug te krijgen’. We zwegen verder, wetend, dat zo’n heerlijk gevoel er voor ons niet meer was.