Puzzelen

Na een paar natte, trieste dagen was deze zonnige herfstmiddag een uiterst welkome verrassing. De bruine kleuren leken het seizoen een gouden glans te geven. Zelfs de oude pijp van ome Arie glom in het zonlicht. De oude baas was wellicht mede door deze omstandigheden in een beste bui. We genoten van ons bestaan en de heerlijke geur van onze pijpen. Op het bankje naast ons zat een oudere dame af en toe iets in een opgevouwen krant te schrijven. Ze dacht tussendoor steeds even na, glimlachte dan even en schreef weer. Ome Arie zag me kijken en zei, zachtjes, zodat ze het niet zou horen: “Kruiswoordpuzzel of cryptogram…” Ik knikte. Het leek een aannemelijke veronderstelling. We keken weer voor ons. Het haventje lag er vredig en vrijwel roerloos bij. “Puzzel jij ook wel eens, ome Arie?” Hij schudde zijn oude boerenkop: “Vroeger heb ik dat wel eens geprobeerd, maar het was niets voor mij. Gewoon te moeilijk.” Zijn eerlijkheid trof me telkens weer. Hij kreeg een glimlach om zijn mond: “Ik deed dat ‘s avonds na het eten, dan zaten we met het gezin bij de kachel en vulde ik achter elkaar de cryptogram in de krant in, Riek en de kinderen keken me dan vol bewondering aan!” Ik keek op mijn beurt hèm nu verbaasd aan: “Maar je zei toch net, dat je er niks van kon?” De grijns op zijn kop verbreedde zich: “Klopt!” Ik begreep er nu helemaal niks meer van. Ome Arie schoot nu echt in de lach: “Niemand controleerde toch of het goed was, wat ik invulde? Ze vonden me heel knap en noemden me Arie-Stoteles, naar de bekende Griekse filosoof…” Ik schoot nu op mijn beurt nu in de lach: “Dus je vulde maar wat in? En keek daar heel wijs bij?” Hij knikte. “Totdat Riek me toch een keer betrapte, natuurlijk. Ze hield haar mond en gooide de krant snel in de open haard. En knipoogde naar mij, maar ze liet me mijn waardigheid tegenover de kinderen behouden. Daarna deden we dit toneelstukje samen: dan vulden we beurtelings wat in en hadden de grootste lol, want schreven boodschapjes naar elkaar, alsof we nog verliefde schoolkinderen waren, die stiekeme briefjes naar elkaar stuurden. Op de cryptische omschrijving: ‘Indruk van een heilige band’ (6 letters) vulde zij dan in: ‘zuigzoen’! In hele kleine lettertjes, dan kreeg ze het nét in de zes hokjes!” Hij had pretoogjes. “Dan gaf ze de krant weer aan mij en op de omschrijving ‘Achting van beide zijden’ (3 letters) vulde ik dan in: ‘Kus’. Ik kon wel  lachen om de verliefde boer en zijn boerin: “En je kinderen bleven je ‘ArieStoteles’ noemen?” Ome Arie knikte: “Tot ze gingen puberen en ik een keer de handrem van de auto was vergeten waarop deze zichzelf in het aardbeienveldje van buurman Bertus parkeerde. Toen noemden ze me ‘Arie-totall-los’!