Oostindisch gehoorapparaat

Het zonnetje koesterde ome Arie op ons bankje aan de haven. Hij zat zorgvuldig zijn pijpje te stoppen. Iedere pijproker weet, dat secuur stoppen van essentieel belang is teneinde het ultieme rookgenot te bereiken. Na onze gebruikelijke begroeting volgde ik zijn voorbeeld. Op het Spui werd een mooi zeiljacht meegevoerd door wind en stroom. Het voer voorbij en liet de kans op een pauze in ons schitterende haventje links, eh… bakboord, liggen. Mogelijk door de oorverdovende herrie, voortgebracht door een grasmaaier, welke achter ons bankje over het kleine gazonnetje zwierde als in een Weense wals. De bestuurster had er duidelijk plezier in. Een gehoorbeschermende koptelefoon zorgde ervoor, dat zij geen geluidsoverlast ondervond. In tegenstelling tot ons: een gesprek was niet mogelijk, dus wij berustten in ons lot, genoeglijk trekkend aan onze pijpen. “GOEDEMORGEN, OME ARIE!”, schreeuwde een dame van middelbare leeftijd. Ze zette haar fiets op de standaard vlak achter ons bankje. “HOE BEVALT HET GEHOORAPPARAAT?” Ik keek geamuseerd, want een paar maanden geleden had mijn vriend me nog verteld, dat hij het hulpmiddel slechts misbruikte om Riek te misleiden. (Zie eerder verhaal: ‘hoorapparaat’ van 23 maart). Hij keek even mijn kant op en daarna weer omhoog naar de dame uit schreeuwde terug: “PRIMA, VOLDOET AAN AL MIJN WENSEN!” Ik kon een glimlach niet onderdrukken. Hij loog niet, want zijn wens was een excuus te hebben, wanneer hij Oostindisch doof was voor het geratel van echtgenote Riek of erger nog: van schoonzus Agaath. Vroeger resulteerde die Oostindische doofheid vaak in een ruzie-achtige sfeer, maar nu kon hij het hoor-hulpmiddel de schuld geven: “Zo, is dat batterijtje alweer leeg!” En begrip was dan het gevolg. Riek ging dan gelijk nieuwe batterijtjes zoeken en Agaath deed geen moeite meer begrepen te worden. Het enige waar onze schijndove dan op moest letten was, dat hij het apparaat dan wel even aan moest zetten en dat er na het plaatsen van de nieuwe krachtbron even een hevig gepiep uit het geval moest komen ten teken, dat het weer prima werkte. En wanneer niemand keek zette hij het gauw weer uit, want hij kon prima horen… Inmiddels vertrok de grasmaaister op zoek naar een volgende dansvloer. “HEBT U NOG BATTERIJEN NODIG?”, brulde de dame ondanks het weggestorven kabaal vrolijk verder. “Nee, hoor, ik heb er nog zat!”, antwoordde ome Arie, nadat hij net deed of hij zijn hoortoestel weer aan zette. “GOED ZO, DAN GA IK WEER VERDER!”, was het luide antwoord. Ze stapte op haar fiets en vertrok. Ome Arie glimlachte. “Is ook een nicht van me. Ze praat zo hard sinds ze bij de audiciën werkt!”