Verjaardagscadeau

Gelukkig bedacht ik me net op tijd ome Arie’s verjaardag. Ik kocht een blikje luxe pijptabak en scooterde tevreden naar ons bankje bij de haven. De 76 jarige arriveerde niet veel later en nam, blij verrast, zijn cadeau aan. Hij pakte zijn pijp en begon plukjes ervan in de kop te stoppen. “Ja, sinds gisteren alweer 76 jaar”, benadrukte hij, dat ik eigenlijk een dav te laat was. “Maar gisteren was je er toch niet, ome Arie!?”, verdedigde ik mezelf. De oude boer knikte: “Gisteren een huis vol visite.” Hij genoot zichtbaar van de eerste trekjes van zijn verjaardagscadeau. In het haventje heerste een weldadige rust. Een zo te zien snelle rubberboot met een enorme buitenboordmotor voer heel zachtjes binnen. De bemanning bestond uit een gemêleerd gezelschap: een vrolijk kijkende schipper, zich geenszins schamend voor zijn kledij: een drijfnat fel oranje plastic regenscherm, en zijn vrouw, die zich er juist dood voor schaamde. Laatstgenoemde lichtmatroos ging de komende twee weken vast boos in de logeerkamer slapen. Ook ome Arie zag het tafereel met een grijns aan zich voorbij drijven. En weer terug, richting de woelige baren van het Spui. We keken het vrolijk watersport-koppel met een glimlach op onze koppen na. “Een huwelijk komt soms in wild water…” zei de oude boer en hij blies een flinke wolk rook uit, “Het gaat zelden zo goed als bij mijn tante Co en ome Cor.” Ik blies gezellig een wolkje met hem mee en wachtte de rest van het verhaal af. “Tante Co is een jongere zus van wijlen mijn moeder. Diep in de negentig. En ome Cor is bijna honderd!” Ik knikte bewonderend: “Dat is echt een heel oud stel! En nog een beetje bij de tijd?” Ome Arie maakte een wiebelend gebaar met zijn hand: “Het gaat, ze wonen nog in hun oude kleine huisje, maar met de nodige hulp. Ze komen niet veel meer buiten.” Hij pauzeerde even voor een trekje aan zijn pijp. “Van de week ben ik even bij ze langs geweest. Ome Cor zat op het bankje voor hun huisje een sigaar te roken en begroette me waarbij hij als altijd zijn sigaar omhoog hield en bromde: ‘Het is natuurlijk geen Hofnar bolknak’!” Ik keek ome Arie vragend aan. “Die rookte hij altijd, maar ze worden niet meer gemaakt. Een ramp voor ome Cor.” Ik knikte begrijpend. Oude mensen klampen zich vaak vast aan oude waarden. “Vervolgens legde hij zijn rookgenot op de vensterbank, want tante Co wil niet dat hij binnen rookt, en slofte naar binnen. Naar de kast met de sigarenkistjes.” Een bekende fietste langs. Ome Arie stak zijn pijp omhoog als groet. “Daar nam hij met een groots gebaar een twee-euro-muntstuk uit het kistje waar met zwierige letters ‘verjaardagen’ op staat en overhandigde dat aan mij. ‘Gefeliciteerd, knul!’ Tegenwoordig vraagt hij er niet meer bij: ‘hoe oud ben je nu geworden?’.” Ik zag het tafereel voor me en kon een glimlach niet onderdrukken. Ome Arie glimlachte zelf ook. Een heerlijk gezicht: Een vertederde glimlach op die verweerde oude kop. Hij keek me even bijna verontschuldigend aan en gelijk weer terug richting havenmond. “We kregen koffie in een boerenbond kopje met een mariakaakje. De door mij meegenomen verjaardagsgebakjes verdwenen de koelkast in. Voor ’s avonds! Alledrie…” Ik schoot in de lach. “Daarna rookte ik een pijpje en ome Cor zijn sigaar op het bankje voor het huis en zwegen, omdat er weinig meer te bespreken viel.” Hij zweeg zelf nu ook even, alsof hij zijn woorden meer kracht wilde geven. Gezien de lengte van dit verhaal werden onze pijpen opnieuw gestopt. “Na een kwartiertje viel ome Cor in slaap met zijn sigaar in zijn mondhoek. Gelukkig doofde deze snel. Ik rookte mijn pijpje op, klopte de as uit in het rozenperk en bracht de boerenbondkopjes naar de keuken, waar tante Co ook was ingedommeld. Ik deed het twee-eurostuk stiekem terug in het sigarenkistje en deed er nog een paar bij. En ging tevreden naar huis.” Ik keek een beetje verbaasd opzij: “Dus je gaf je verjaardagscadeau stiekem terug?” Ome Arie knikte. “Die oudjes hebben het niet zo breed. Dat stiekem teruggeven doe ik al heel lang. Zodat ome Cor zijn waardigheid kan behouden…”