Konijn

Naast ome Arie zat een klein meisje met goudblond haar te schitteren in de zon. Ik zette mijn scootertje op de standaard, pakte mijn pijp, groette de bankzitters en ging op gepaste afstand van het prachtige opa-moment af zitten. Aan hun gezichten te zien hadden ze een heel ernstig gesprek. “Flappie was op het laatst wel erg mager, hè, opa Arie?” Ze had een kleine urn op haar schoot. Ome Arie zag me vragend kijken en legde uit: “Haar konijn…” Het meisje keek nu een beetje boos: “En ik vind het stom, dat pappie Flappie altijd Floppie noemde!” Ze klemde de urn nu wat steviger tegen zich aan, “alleen maar omdat’ie graag aan elektriciteitskabeltjes knaagde!” Opa Arie knikte slechts. Zijn (achter)kleindochter balde haar knuistje: “en papa had zelf de deur van de meterkast niet goed dichtgedaan!” Opa Arie knikte nogmaals: “De hele straat zat een dag zonder stroom. En dat vond je pappie wat minder leuk!” Goudlokje vond het nog steeds een groot onrecht. “Het gaat nu veel beter met Flappie, lieverd!” trooste opa, “Hij wordt steeds zwaarder, toch?” Dat hielp, hasr gezichtje begon weer te stralen, zoals kleine meisjesgezichten horen te stralen. Plotseling wendde ze zich tot mij: “Dat is echt waar! We wegen Flappie iedere week en hij wordt steeds iets zwaarder, hè, opi!” Ze liefkoosde de urn tegen haar lijfje. Opi knikte en pakte zijn portemonnee: “Dat vieren we met een lekker ijsje voor het kleine meisje!” Er werd nu blij gekeken. “Geef mij Flappie maar even, dan heb jij je handjes vrij voor je ijsje.” De urn werd overgedragen en goudlokje huppelde, nog wel gewaarschuwd door ‘opi’: “voorzichtig met oversteken!” richting Gebo. Ik bekeek het tafereel met een vertederde glimlach. Die verdween, toen ome Arie, op het moment dat het kind uit het zicht verdwenen was, de dop van de urn schroefde en zijn pijp er in uitklopte. Ik keek hem met open mond van verbazing aan. Hij deed snel de dop weer op Flappie en fluisterde: “Flappie zit hier helemaal niet in! Flappie is gewoon in de bak bij de dierenarts gegaan, maar die kleine was zo verdrietig, dat ik ergens een soort urn op de kop heb getikt, daar as van mijn pijp ingedaan heb en dat aan haar gegeven heb met de mededeling, dat ik Flappie heb laten cremeren, net als haar andere opa. En dat dit  de as van Flappie is. Ze loopt er nu hele dagen mee te sjouwen. Af en toe doe ik er wat as, en soms een klein beetje zand bij. Wanneer ze dan bij ons is wegen we de urn, en juichen wanneer die wat zwaarder is geworden sinds de vorige keer. Ik heb haar wijsgemaakt, dat dat komt, omdat het dier dan in de konijnenhemel weer wat aangekomen is…” Ik kreeg mijn glimlach terug. Dit was weer typisch ome Arie