Volksdansen

Net op het moment, dat de corona-crisis bezworen leek ging het weer mis; een nieuwe variant en een slecht getimed advies van onze verantwoordelijke bestuurders gooiden behoorlijk wat roet in het eten. Het was alsof zelfs het weer teleurgesteld reageerde; toen ik, al redelijk nat, mijn scootertje op de standaard zette, zat ome Arie al onder een grote visparaplu zijn pijpje aan te steken. Ik pakte ook een bescheiden pluutje uit het mandje achterop mijn scooter en pakte mijn pijp. “Goeiemiddag, meneer Ype!”, klonk het, ondanks de omstandigheden, behoorlijk vrolijk, “Goed, dat u uw eigen plu hebt meegenomen, want met de nieuwe uitbraak van de ‘horeca-pest’ mogen we weer niet te dicht bij elkaar zitten!” Ik moest glimlachen om zijn nieuwe naam voor de ziekte, welke de wereld al lang teisterde. Ik stopte mijn pijp, hetgeen geen simpele handeling is, wanneer je ook nog een paraplu moet vasthouden. Gelukkig was er weinig wind en resulteerde mijn gevecht in een geurig rookwolkje uit mijn pijp. Ome Arie had me tijdens dit geworstel even niet gestoord. Hij beantwoordde mijn rooksignaal met kleine ronde wolkjes, die als o-tjes zijn mond verlieten. “Het is inderdaad een enorme teleurstelling, ome Arie!”, pafte ik, “Het is maar goed, dat die ‘kopvoddentaks’ van Kuifje Wilders niet doorgegaan is!” De oude boer keek even opzij. Ik vreesde, dat hij me niet begreep en vervolgde: “Met die mondkapjes hadden we dan allemaal flink moeten dokken, denk ik!” Het kwartje viel; er verscheen een brede grijns. “Maar er wordt wel meer flink geblunderd in Den Haag!”, vervolgde ik. “Inderdaad,” nam ome Arie het gesprek van me over, “en dat kan voor gewone mensen als u en ik desastreuze gevolgen hebben…” Nu begreep ik op mijn beurt hem niet meer. “In ieder geval voor mijn schoonzus Agaath!” Er kwam nu een beetje vals grijnsje om zijn mond. “Die was dolblij, dat bijna alles weer mocht en wilde haar truttige volksdansgroepje weer wat leven inblazen!” Hij trok aan zijn pijp om het effect van zijn verhaal te vergroten of gewoon om het rookgenot aan de gang te houden. “Dus die kon niet wachten en heeft een hele berg affiches laten drukken om nieuwe leden voor haar ‘Klompenklossers’ te werven!” De grijns bereikte nu zowat zijn oren: “Weet u wat daar op stond, meneer Ype?” Ik schudde mijn hoofd. De oude baas kon zijn lachen bijna niet bedwingen: “Vijfhonderd prachtige affiches, vijfhonderd! Allemaal met de tekst: ‘kom gezellig volksdansen met Jansen!’” Nu schoot ik ook in de lach.