Dierenarts

Bij ons bankje aan de haven stond de fiets van ome Arie. Hij zat zijn pijp te stoppen en groette me uiterst vriendelijk: “Goeiemorgen, meneer Ype!” Ik ging zitten en pakte mijn pijp, “Goeiemorgen, ome Arie!” en ik maakte een wijzend gebaar naar de leegte naast de bank: “Geen Joseph?” Van de teckel ontbrak inderdaad ieder spoor. “Inderdaad, die is weer gewoon terug bij Agaath.” Hij stak zijn pijp aan. “En dat werd tijd, want Doortje loopt op alledag…” Hij doelde op pitbull Doortje die een kortstondige, maar uiterst vruchtbare relatie met teckel Joseph had beleefd. En zonder dat haar baasjes, een grote baardige Feyenoord-hooligan, daarvan op de hoogte was, daar druk bezig met het uiteenzetten van de nodige complottheorieën aan Ome Arie. Maar dit staat uitgebreid beschreven in een eerder verhaal. Ik knikte, want ik kende ome Arie’s zorgen. Het resultaat van Joseph’s amoureuze escapades zou nergens op kunnen lijken, maar zou natuurlijk ook wèl ergens op kunnen lijken. Op Joseph. En zulks zou zelfs bij de verder niet zo snuggere hooligan een sterk vermoeden kunnen doen ontstaan. En daar zat onze gepensioneerde veehouder niet echt op te wachten ervan uitgaand, dat het hier toch mogelijk om een nogal ongewenste zwangerschap ging. Zo zaten wij, ieder met onze gedachten, ons pijpje te roken. Het was nog behoorlijk fris, dus we zaten diep in onze jassen gedoken. Ome Arie met zijn winterpet. Af en toe kwam er een wolkje rook uit de hoop kleding. Ik kon er wel om grinniken. Na een tiental minuten kwam het ‘ijsjesmeisje’ weer aangehuppeld. (Zie vorig verhaal) Met een uitzonderlijk groot ijsje. Ze ging triomfantelijk tussen ons in zitten. “Ik word toch maar geen fotomodel!” Ome Arie knikte, ik knikte. Dat leek ons duidelijk, gezien de enorme ijsberg. “Ik word dierenarts!” Ome Arie keek verbaasd, maar er volgde een nadere uitleg: “Gisteravond was de dierenarts bij ons thuis!” Ze klonk erg enthousiast. “Want onze Doortje heeft puppy’s gekregen. Lief joh, ze lijken wel een beetje op het hondje, dat u van de week bij u had, meneer!” Haar onschuldige grote blauwe ogen keken diep in de kleine bruine schuldige kijkertjes van ome Arie. “En daarom heb ik van pappie dit ijsje gekregen…” Vlak achter ons stond een enorme kerel met een volle baard: “Ga je mee, meisje, want pappie wil vanmiddag nog wel even op televisie naar Feyenoord kijken!” Ome Arie dook tegen een mogelijk herkenning nog dieper in zijn jas en ook ik durfde niet nòg eens om te kijken. “Dag, oude meneren!” riep de ijsprinses, terwijl ze weg huppelde.