Brief van ome Arie

Beste meneer Ype,

Morgen kan ik niet naar de haven komen om samen met u een pijpje te roken. Daarom schrijf ik u deze brief. En om u te feliciteren met uw verjaardag. Eigenlijk wilde ik u eerst een kaartje sturen, maar Riek vond, dat ik daar geen rouwkaart voor mocht pakken. Volgens haar hebben we die bovendien binnenkort nodig voor buurman Krelis, want die schijnt slecht te liggen. En een kaart met gefeliciteerd met uw 40-jarige huwelijk vond ze ook niet kunnen. Dus dan maar gewoon een brief, want een ander kaartje kopen is door de corona ook erg moeilijk. Het schrijven van een brief is voor mij erg lastig, ik hoop dat u mij mijn fouten niet kwalijk neemt. Riek controleert normaal mijn brieven, maar ze is een beetje boos op me. Dat is ze al een paar dagen. Sinds ‘wereldvrouwendag’. Ik maakte alleen maar een grapje, maar soms heeft ze geen gevoel voor humor. Ze zat de hele tijd over die ‘vrouwendag’ te emmeren, en dat de overige dagen van het jaar allemaal ‘mannendagen’ waren. En ik was dat een beetje zat en zei toen alleen maar: “nou, vooruit, vanwege die vrouwendag mag jij vanavond bovenop!” Het was alleen maar een grapje, echt, meneer Ype, want op dat gebied doen we al tien jaar niks meer. Maar toen werd ze boos. Dus nu slaap ik al twee nachten op de bank. Ik ben gebroken. 

Hoogachtend, ome Arie

Ps. Wilt u het gebak ter gelegenheid van uw verjaardag voor mij invriezen tot de volgende keer in de haven?