Bruidspaar

De rust was weergekeerd in ons haventje. De Titanic had haar reis naar Willemstad  voortgezet. De wasmachine op het achterdek, Marietje aan het roer en de anderen klaverjassend aan de kaarttafel. Gelukkig was er weinig kans op ijsbergen op haar route… Ome Arie stopte zijn pijp uit een nieuw baaltje en ik genoot van mijn vertrouwde Mac Baren mixture. Het was prima weer en we genoten van ons simpele geluk. Ter vergroting hiervan had ik zelfs een thermosfles koffie meegenomen met een paar plastic bekertjes. Ome Arie nipte net aan zijn bakkie toen er een blinkende auto stopte. De handvatten en de antenne waren versierd met linten. Er stapte een drukdoend jongmens uit, die de deur openhield voor een bruid. Aan de andere kant verscheen een knul uit in een onwennig zittend donker kostuum. “Verrek”, zei ome Arie, “Dat is Sjaak!” De herkenning was wederzijds want er werd gezwaaid. Het jongmens pakte wat fototoestellen en begon erg artistiek te doen. Het stel bij een dukdalf, het stel op de steiger, de bruid voor een roestige schuit, de bruid met een hengel (die de artiest uit de handen van een nietsvermoedende visser had gerukt!). De bruid genoot van de aandacht; de bruidegom stond er wat lullig bij. Zoals alle bruidegommen op alle bruiloften. Opeens hield het op. We konden niet goed zien wat de oorzaak van de plotse onderbreking van de fotosessie was. Er werd druk getelefoneerd en de bruidegom kwam onze kant op. “Dit geloof je toch niet!” klonk hij niet erg gelukkig en hij ging naast ons zitten. Ome Arie schonk een bakkie koffie voor hem in. “Laat die eikel van een fotograaf zijn autosleutels in het water vallen, en over een uurtje moeten we bij het stadhuis zijn!” Ome Arie wilde hem geruststellen: “Dan breng ik je toch even achterop mijn fiets en de bruid kan wel bij meneer Ype op de scooter.” Dit leek mij met de jurk niet echt een geschikte oplossing en de bruidegom ging hier ook niet verder op in. “Ze gaan de sleutels proberen boven te krijgen met een hele sterke magneet”, bromde hij en hij vroeg aan ome Arie: “mag ik uw telefoon lenen, dan bel ik even een taxi, want dat wordt natuurlijk niks.” Ome Arie had medelijden en overhandigde hem het gevraagde. “Het komt wel goed, knul, heus. Daar hoef je toch niet om te huilen?” De knul nieste en brieste: “Huilen? Die rooie ogen heb ik door die verrekte hooiberg waar we de eerste fotosessie hebben moeten  ondergaan!” Hij nieste nog een paar keer. “Ik heb al jaren last van hooikoorts, maar dat fotogenie zei, dat dat niks gaf omdat er een rode ogen correctie op zijn camera zit!” Op dat moment kwam de taxi de hoek om en snelde de bruidegom naar zijn bruid. De fotograaf haalde met een rood hoofd een oude fiets uit de haven en zag daar wel een mooie foto in: de bruid bij een roestig rijwiel. Maar hij kon dit niet meer voorstellen, want het bruisdspaar reed al weg in de taxi. “Hatsjoe!” klonk het nog.