Kak Zooi

Vrijdag zijn we Chinees gaan halen om weer een bakje te hebben voor mijn tweejaarlijkse bezoeking: Het doen van de zelfafnametest voor het bevolkingsonderzoek naar enge darm-ziektes. Bij het vorige onderzoek beschreef ik al (Zie mijn boekje: ‘Kapoentje en andere verhalen’), dat het behoorlijk lastig is een droge drol af te zonderen waar het teststaafje voor het laboratorium vier keer meedogenloos ingestoken kan worden. Vooral, wanneer je niet beschikt over een zogenaamde vlakspoeler. Dat is een toilet met een plateautje waar de hoop even mag uitrusten vóór de laatste reis. Een caravan- of campertoilet zou ook kunnen, want daar kun je het klepje naar de chemicaliën-tank dichtlaten tot na de test, maar om nou bij vrienden en kennissen met dergelijke kampeermiddelen te gaan vragen of ik in hun vakantieverblijf mag kakken, gaat ook wat ver. Dus het werd weer het bamibakje. We aten, zoals altijd, twee dagen Chinees en toen ging ik, zuchtend, met het schoongewassen bakje het toilet in. Een lastige toer, want je wilt geen drukfouten maken. Uiteindelijk kwam ik trots met mijn oogst de huiskamer in, toonde mijn lief het bakje met de woorden: “Gelukt! Een verse bak Kak Zooi!” Elly kon er niet om lachen, en las verder in haar romannetje. Ik ging aan tafel zitten, pakte de afnametester uit en wilde juist toesteken, toen ze haar boekje neerlegde. “Jij weet toch, dat de brievenbus op zondag niet gelicht wordt, lieve?” zei ze met een beetje sarcastisch glimlachje en maakte aanstalten om de honden uit te gaan laten, mij vertwijfeld achterlatend. Ik las de gebruiksaanwijzing van de test: ‘Doe de testzet nog dezelfde dag op de bus…’ Het was zondag, en ik meende nog te weten, dat de test op werkdagen bij het lab moest arriveren. Maar dan nu dit. “Morgen nog maar eens proberen…” zei mijn plaaggeest, de deur achter zich dichttrekkend. Ieder huwelijk kent zo zijn dieptepunten. Toen kreeg ik een goed idee. Wanneer je iets vers wilt houden moet je het gewoon invriezen! En dan morgen gewoon even ontdooien, tester er in prikken en op de bus doen. Dus ik pakte het dekseltje, duwde de iets boven de rand van het bakje uitstekende drol er een beetje plat mee, en zette het afgesloten geheel in de vriezer. Gelukkig stelde echtgenote bij het thuiskomen geen vragen. De volgende morgen kwam er des te meer commentaar, toen ik het testmateriaal in de magnetron trachtte te ontdooien : “Wat stinkt hier zo?” “Kak Zooi, voor de poeptest,” grapte ik, “van gisteren, even ontdooien”. Dit werd me niet in dank afgenomen. “Je gaat toch wel erg achteruit, hoor,” zei ze slechts. “Ik ga me echt zorgen over je maken.” Ze was niet eens echt boos. Vernietigend.Inmiddels had ik de testprikker vier keer in de drol gestoken. En dat was na vijf minuten op 800 watt niet bepaald kouwe kak meer. Het door de hitte vervormde staafje paste niet goed meer in het bijgeleverde plastic buisje. Wanhopig pakte ik alles toch maar zo goed en zo kwaad als het ging met veel plakband in. Met het schaamrood op mijn kaken heb ik de boel maar op de brievenbus gedaan. Vanmorgen kreeg ik met de post een nieuwe zelfafnametestset opgestuurd, met een briefje erbij, dat de door mij opgestuurde test ‘in ongerede was geraakt’, en dat ik de gebruiksaanwijzingen vooral goed en vooraf moest lezen.