Hamburger

De nacht na NBSVV-Zinkwegse boys heb ik slecht geslapen. Dat kwam natuurlijk ook voor een deel door de uitslag, 4-3, met de beslissende tegentreffer in de laatste seconde, maar vooral door de overrompelende culinaire kwaliteiten van onze Nieuw-Beijerlandse vrienden. 
Ik rook de barbecue al van verre, toen we het parkeerterrein van NBSVV opdraaiden. Leuk, een barbecue! Een verademing na mijn eerdere ervaring met de hamburgers alhier. De lucht van gebakken uitjes opsnuivend genoot ik van de redelijke koffie. Ik had thuis net wat gegeten, dus besloot nog even te wachten met proeven. 
De wedstrijd verliep nogal chaotisch. Onze boys waren niet in hun sterkste bezetting. “Dat kan gebeuren”, zult u zeggen, “Blessures en schorsingen natuurlijk. Dat hoort er bij!” Helaas waren dat niet de redenen. Één van de spelersvrouwen was drie weken geleden haar pil vergeten dus moest zij, op zaterdagmiddag, samen met haar man en drie andere spelers voor de zekerheid maar alvast door de Ikea op zoek naar een babykamer. Of zoiets. Er zijn nu eenmaal belangrijkere zaken dan voetballen. Toch? Bovendien is degraderen uit de 4e klasse gelukkig niet mogelijk. 
Gefrustreerd besloot ik, als vergelijkend warenonderzoek met vorig jaar, een hamburger te gaan proeven en vervoegde me bij de barbecue. Een enthousiaste vrijwilliger stond quasi-geroutineerd speklapjes om te draaien. Eerder had ik hem met sateetjes in de weer gezien. Kortom: Een echte barbecue! “Kan ik bij u iets bestellen?” vroeg ik. “Eh, nee”, antwoordde de brave borst. Ik keek erg niet begrijpend. “Dit is voor een feestje vanavond met de selectie,” vervolgde de chefkok. Ik was zelden met zoveel stomheid geslagen. “O, ik dacht een hamburgertje gaat er misschien wel in”, mompelde ik, en dacht het mijne over het feest voor de selectie. Hadden ze niet kunnen kiezen tussen een koud buffet en een barbecue? Dus werd het een koude barbecue? 
De man kreeg medelijden met me. “Maar een hamburgertje moet wel lukken, hoor! De klant is koning…” Hij draaide nog wat speklapjes met de zwarte kant naar boven. “Wanneer u nu aan de bar even afrekent, dan bak ik die hamburger wel even voor u.” Hij was erg vriendelijk. Zo gezegd, zo gedaan. De dame bij de bar was hier echter niet op voorbereid en brulde al naar het keukentje achter haar, dat ze een hamburger in het bejaarde vet konden laten glijden. “Eh, die mijnheer bij de barbecue zei, dat de hamburger ook wel daar gebakken kon worden.” “O, zei hij dat? Nou, dat zal dan wel. Dat is dan €2,50.” Ik betaalde en kreeg een klein wit broodje op een servetje aangereikt. “Dan krijgt u van die mijnheer buiten uw hamburger.” Ik liep wat lullig met mijn droge witte broodje naar buiten. De vrijwilliger glimlachte. Er was nergens een hamburger te bekennen. Ik keek vragend. “Ik ga gelijk uw hamburger halen, moment” Nou had ik weinig haast, want de wedstrijd was nog bezig, en ik kon het goed zien. De bakman verdween om even later met een hamburger terug te komen. Al gebakken. “U wilde een hamburger van de barbecue, u krijgt een hamburger van de barbecue…” glimlachte onze Jamie Oliver, terwijl hij de al behoorlijk uitgedroogde schijf op zijn bakplaat flikkerde. Voor de vorm duwde hij er nog wat met zijn spatel op ook om er zeker van te zijn, dat er absoluut geen malsheid in de troosteloze schijf zou overblijven. 
Ik heb er twee happen van genomen, welke dus al resulteerden in een maagzure slapeloze nacht, terwijl er over mij gezegd wordt, dat ik een maag van schokbeton heb. Toen de beste man even niet keek heb ik de rest stiekem weggegooid. 
Gelukkig kan de keuken van NBSVV ook niet degraderen.