Dagboek

Aanvankelijk dacht ik erover een dagboek bij te gaan houden. Vanaf de dag, dat ik met pensioen ging. Één september dus. Maar dat was op een zondag en er gebeurde niet veel. Dus dat telde niet. Dan maar op maandag proberen. Dat viel tegen. Mijn lief moest naar haar vrijwilligersbaantje en daarna invallen bij Bibelot, het winkeltje waar ze vroeger werkte. Dit vanwege de vakantie van de eigenaren Patty en Arno. En ik bleef alleen thuis. Dus er gebeurde weer weinig. Daan kwam gelukkig een bakkie doen en we bespraken de toestand van de wereld. ’s Middags deed ik uren over het plakken van een latje op een plankje en kreeg een hekel aan mijn eigen tempo. 
Gelukkig gingen we s’avonds uit eten met vrienden, die op doorreis naar het zonnige zuiden even langskwamen. Om mijn pensioen te vieren. Inmiddels begon ik eraan te twijfelen of er iets te vieren viel. Tijdens de maaltijd werd me op het hart gedrukt, dat ik aan mezelf moest denken, veel moest gaan bewegen, en op het moment, dat ik net een perfect gebakken Rosevalaardappeltje met een heerlijke klodder mayonaise met mijn ogen dicht genietend in mijn mond wilde stoppen, dat ik vooral moest afvallen en me moest laten opereren aan mijn soms uiterst van pas komende versleten heup. Op een wijze, alsof ik na mijn pensionering in één klap seniel geworden was. Ik zag mezelf in gedachten als zittend in een bejaardenhuis: “Opa, u moet toch zelf ook begrijpen, dat het zo niet verder kan?!” Waarbij de aansprekende brilslang liefst ook nog iets voorover en omlaag buigt naar de in zijn rolstoel ineengedoken zittende, chagrijnig kijkende dwarslig-bejaarde, die het gewoon niet WIL begrijpen. Oost-Indisch dement. 
Voor mij hoefde het echt niet, hoe goed bedoeld ook.
Vandaag, de derde, ging ik maar eens kijken bij mijn geliefde Zinkwegse Boys. Daar wordt op dinsdagmorgen geklust door senioren. Er waren twee koffiedrinkende klusbejaarden. Ze zaten gezellig over van alles en nog wat te griepen. Er was gereedschap niet opgeborgen en er waren allerlei klussen stiekem in hun afwezigheid uitgevoerd. En dan gaat het natuurlijk niet goed. 
Ik besloot gezellig mee te griepen, schudde mijn hoofd op de juiste momenten, beaamde hetgeen de klager van dienst zei en besloot vooral niet vrolijk te doen of grappig proberen te zijn. Om de sfeer niet te verpesten.
Vanavond ga ik bij de training kijken. Als een echte gepensioneerde.