Er staat een kruisje achter mijn naam

“Er staat een kruisje achter mijn naam”, zei mijn patiënt met een zucht. Het ultieme slachtoffer. “Dat was al op de middelbare school. Wanneer er voor een les dia’s vertoond werden kreeg ik altijd de afstandsbediening door de leraar in mijn handen geduwd. “Jij wilt me wel even helpen met de dia’s, Emiel?” Altijd was ik de pineut.”
Ik besloot even niet te reageren en dacht terug aan mijn eigen middelbare schooltijd. Dia’s. Dat waren foto’s, die met een projector op een schermvertoond konden worden. Ze zaten op raampjes in een soort magazijn en door op een knopje te drukken kwam de volgende (of de vorige) op het scherm. De voorloper van de powerpoint.
Emiel lag ondertussen gezellig verder te klagen. “Bij dansles bleef ik altijd als enige over. Dan moest ik met de vrouw van de dansleraar dansen. Of met zijn moeder van 70.” 
Het leven is voor sommige mensen niet gemakkelijk. “Ik moest van mijn ouders naar dansles, want dat hoorde nou eenmaal zo in die tijd.” Hij kreunde even, omdat ik een pijnlijk plekje raakte. “Ik was niet erg populair op school, werd soms gepest.” “Daar is tegenwoordig wel veel aandacht voor”, zei ik, ook om het gesprek wat ‘om te buigen’. “Nou, het was niet zo heftig als tegenwoordig, hoor. Ik werd meer genegeerd. Misschien waren ze jaloers, omdat ik hoge cijfers haalde.”
Ik dacht weer terug aan mijn schooltijd. Ook bij ons in de klas zat zo’n figuur, die altijd hoge cijfers haalde. En zei, dat hij voor een repetitie ‘helemaal niks’ geleerd had. Door zo’n typje voelde ik me dan erg dom. En wanneer er dan bij de nabespreking van een door mij nèt onvoldoende gemaakt proefwerk discussie ontstond over een mogelijk onjuiste vraag, waardoor er hoop op nèt een voldoende aan de horizon gloorde, was het altijd een Emiel, die dat versjteerde: “Nou, ik vond die vraag toch heel duidelijk, hoor!” Lul. Hij kon ook gewoon zijn snavel dicht houden! Hij had een 8! 
Sommige eikels vragen er gewoon om gepest te worden, maar dat mag je tegenwoordig niet hardop zeggen.
“Of zou het door mijn rode haar komen?” maakte mijn patiënt mij weer wakker uit mijn dagdroom. 
“Die diaprojector op uw middelbare school, had die ook zo’n afstandsbediening aan een kabeltje?” vroeg ik langs mijn neus weg. “Ja, dat was zo in die tijd. Dat weet u, omdat u natuurlijk ongeveer even oud bent als ik” antwoordde Emiel. 
Ik was klaar met de behandeling en liet de massagebank zakken en zei: “Alleen zorgde ìk er vroeger altijd voor, dat ik verder van de diaprojector af zat, dan het kabeltje van de afstandsbediening lang was…”