Klere-zaak

Het moet gezegd: ik heb een goddelijk lijf. Nou hangt dat wel een beetje af van welke god hierbij in ogenschouw wordt genomen. In mijn geval zou dat Bacchus kunnen zijn, of Boeddha. Op zich geen groot probleem, behalve om aan te kleden. Zo zat ik vanmorgen nietsvermoedend het naar mijn zin te hebben, tot mijn lieve echtgenote me van achter haar laptopje met een vernietigend kritische blik aanschouwde. “Je ziet er niet uit.” “Dank je!” grapte ik nog in een ultieme poging het naderend onheil te keren, maar dat was een hopeloze poging. “Je moet hoognodig eens wat nieuwe kleren.” Daar was ik al bang voor. 
Ze begon verwoed te googelen, met diepe, wanhopige zuchten. “Je zult toch echt een keer mee moeten. Je moet er op je verjaardag wel een beetje goed uit zien…” Ik ben over een paar weken jarig en dat wordt helaas niet in een naturisten-cafe gevierd. Ze wist, dat ik een diepgewortelde hekel heb aan k(o)lere-zaken. En aan het daar werkzame personeel. Steevast een ietwat dommige draadnagel (m/v/h/l/t etc.) met een verveeld kauwgommetje en een misprijzende blik, die boekdelen spreekt: ‘Moet nou net ìk die sumo-worstelaar proberen een broek aan te smeren?’ Om vervolgens weg te dribbelen op zoek naar die ene grote maat, doorgaans alleen verkrijgbaar in hardroze, die ze al tien jaar in de zaak hebben hangen. “Misschien in die kast, waar u net uitkwam!” zou ik dan behulpzaam willen roepen, maar van Elly moet ik me gedragen…
“Hier heb ik een ‘grote-maten-zaak”, daar kunnen we wel even langsrijden!” klinkt het inmiddels enthousiast vanachter het beeldschermpje. Het is zover; ik ga er niet meer onderuit komen. 
Gelukkig is het in Amersfoort en kunnen we deze beproeving combineren met een uitgebreide lunch met dochter Janneke. Misschien is het beter pas daarna te gaan passen….