Valentijnsdag

Mijn patiĆ«nt, een wat oudere man met rugklachten, lag lekker ontspannen op de massagebank tot ik over Valentijnsdag begon. Zomaar om het gesprek op gang te krijgen. Hij verstijfde. “Meneer Swart, praat me niet over Valentijnsdag of over bloemen geven aan mijn lieve vrouw”. Ik zei: “Maar dat is toch romantisch?” Hij zuchtte, “Wel voor normale mensen, zoals u en ik, maar voor mijn vrouw ligt dat wat gecompliceerder.” Ik hield even verwachtingsvol mijn mond. “De laatste keer, dat ik bloemen kocht, waren de rapen gaar. ‘Waarom krijg ik opeens bloemen? Heb je wat te verbergen?’, huilde ze. Ik begreep er niets van. Het was gewoon een mooi boeket, dacht ik. Om haar te verwennen. Maar het ging helemaal mis. Ze vond het boeket te groot, en daarom verdacht. Ik heb twee dagen op de bank moeten slapen.” Hij zuchtte. “Een andere keer kocht ik een bosje bloemen en toen kreeg ik ook op mijn mieter. ‘Wat heb je je nou weer voor graftak in je handen laten stoppen!’ Ik wist nergens van, had gewoon een leuke bos uit een emmertje gepakt en afgerekend. Zij deed net, of alle bloemisten in de wijde omgeving het hele jaar door ergens achter in het magazijn een speciaal emmertje half-verrotte bloemen bewaarden voor deze stomme Jan Lul, die daar twee keer per jaar een bloemetje voor zijn vrouw kwam kopen..” Hij zuchtte weer. “En dan kwam er steevast achteraan: ‘en je hebt er zeker nog de hoofdprijs voor betaald ook?! Je moet hier echt mee terug gaan, hoor!” En dan stond ik dus even later voor lul bij zo’n bloemist. Nee, meneer Swart, ik trap er niet meer in, en zeker niet met Valentijnsdag, want dan zijn de bloemen nog peperduur ook.” Ik rondde de behandeling af. Hij stond op van de bank en zei, terwijl hij zich aankleedde: “Ik rijd straks even langs de bloemist en maak met mijn mobieltje wat foto’s van een paar bloemstukken met duidelijk de prijs erbij.” Hij strikte zijn veters. “Dan laat ik haar vanavond die foto’s zien en zeg: ‘Fijne Valentijn, lieverd. Ik heb maar geen bloemen meegenomen, maar ik laat je wel even wat foto’s zien, zodat je weet, dat ik wel ben gaan kijken. Moet je die prijzen eens zien en de troep, die ze voor dat geld durven verkopen! Dat wilde ik je echt niet aandoen’. Hij glimlachte nu een beetje vals. “Het gaat immers toch om de gedachte, nietwaar?”