Medisch attest

Langs de verduisterende rolgordijnen verraadde een dunne felle streep licht de prachtige ochtend er achter. Lente! Ik verbeeldde me zingende merels en trok enthousiast een rolgordijn omhoog. Wellicht had ik er verstandig aan gedaan eerst een ochtendjas aan te trekken, want nu werd ik verbijsterd aangestaard door een dame, die daar juist haar hond liet poepen. Recht voor het door ons geplaatste bordje met het verzoek zulks niet toe te laten. Ze sleurde het keffertje onze voortuin uit, waarbij het beest al door-kakkend een langgerekt spoor van drolletjes achter zich liet. Lachend liet ik het rolgordijn toch maar weer zakken. Ze was zo wel genoeg gestraft. Na het gebruikelijke ochtendritueel startte ik mijn scootertje en tufte goedgemutst naar het pittoreske haventje van ons dorp. Ik had een thermosfles koffie en een paar plakken cake in mijn fietstas. Vanwege het jubileum: honderd verhalen over ome Arie! Niet dat hij dat hoefde te weten, maar toch…

Het onbewuste feestvarken zat, met teckel Joseph aan zijn voeten, vergenoegd zijn pijp te stoppen. Hij begroette me erg vrolijk: “Goeiemorgen, meneer Ype! Wat een heerlijke lentemorgen, vindt u niet?” Ik was het met hem eens: “Goeiemorgen, ome Arie! Het is inderdaad een heerlijke ochtend. En daarom heb ik koffie met wat lekkers meegenomen.” Ome Arie ging er eens goed voor zitten. “Vanwaar deze traktatie? U bent toch pas jarig geweest?” Ik hield de ware reden maar voor me: “Om de lente te vieren, gewoon om de lente te vieren!!” Ome Arie vroeg niet verder en deed suiker uit een meegebracht suikerstaafje in zijn dampende plastic bekertje. We genoten met kleine teugjes teneinde onze mond niet te branden aan de hete koffie en aten cake. Het leven is op zulke dagen altijd nèt even mooier dan op andere. En tot overmaat van tevredenheid staken we onze pijpjes op. Toen viel me op, dat ome Arie geen krantje bij zich had. “Geen huiswerk vandaag?” kon ik niet nalaten te vragen. Ome Arie keek heel gelukkig: “Nee, inderdaad. De :ingevulde crypto van maandag maakte veel indruk. En het was slim om hem niet helemaal in te vullen, want dan zou ze gelijk hebben doorgehad, dat het niet mijn eigen werk was!” Hij ging vergenoegd achterover zitten: “Maar dat was niet alles. Ik heb ook de belastingaangifte gedaan!” Ik was erg verrast: “Dat vind ik knap, ome Arie! Helemaal zelf? En op de computer?” Hij knikte. “Ik wist niet, dat je zo goed met een computer overweg kon?” Hij knikte: “Nou, goed… Goed genoeg om aangifte te doen!” Hij was oprecht trots. “En ik krijg nog geld terug ook!” Nu werd ik, behalve jaloers, toch nieuwsgierig. “Zo, dat is goed nieuws, hoe heb je dat voor elkaar gekregen?” Ome Arie boog weer voorover en fluisterde, alsof er iemand zou willen meeluisteren: “Nou, zelf; met een klein beetje hulp van een bijdehand nichtje.” Hij ging weer tevreden achterover zitten. Ik besloot maar niet te veel door te vragen. Ik heb een gezond wantrouwen tegen ‘bijdehante’ nichtjes en neefjes. “Vooral het idee onze elektrische fietsen op te voeren als ‘medische kosten’ was een vondst!” “De elektrische fietsen?” Ik was stomverbaasd. “Ik moest van de dokter veel bewegen en toen heb ik gevraagd, of zij wat oefeningen op zo’n recepten-papiertje wilde schrijven. En daar had ze met grote letters ‘fietsen’ op gezet! Dus ik heb een medische verklaring…” Ik keek waarschijnlijk niet echt enthousiast. “Op een elektrische fiets is het toch ook fietsen? Of had ze echt ‘elektrisch fietsen’ op moeten schrijven?”