De dreiging van de toekomst

Het gevaar bestaat, dat de dag van je pensionering de dag van de overgang is van een toekomst vol hoop naar een toekomst vol dreiging. Ik had ooit een patiënt, die de eerste zes maanden van zijn pensioen helemaal niets had gedaan. Dan was de overgang niet zo groot. Hij was ambtenaar geweest. 
Mijn eerste maanden verlopen redelijk chaotisch en dat past wel bij me. Soms help ik mijn lief met haar vrijwilligerswerk: maaltijden bezorgen bij oude mensen. Ik rijd en Elly overhandigt de blije doos. Dan gaat zo’n voordeur op een kier open, en een oudje, soms met de slab al voor, grist de voerbak uit haar handen. Door het raam zie ik de tafel al gedekt, te fel verlicht door een ouderwetse kroonluchter. Soms zit daar nóg een gammel oudje met mes en vork al in de aanslag in de perkamenten handen. De minst demente wordt vaak tegen wil en dank de mantelzorger…

Deze week hielp mijn lief na het maaltijden-rijden nog even in het ‘restaurant’ van het verzorgingshuis. Ik keek vol bewondering toe. Ze was helemaal in haar element, ging mosterd zoeken toen een ineengedoken oude man daarom vroeg, maakte grapjes, en hielp de kok met de toetjes. Op zo’n moment weet ik weer, waarom ik zo van haar houd. 
Opeens was er paniek. In de keel van een kleine, magere oude man kwam een kippenbotje klem te zitten. De oude baas leek te stikken. Elly riep me, maar gelukkig hoefde de Heimlich-greep niet, het botje vloog zonder hulp, samen met ’s mans kunstgebit in de spinazie a la crème. De medebewoners aan dezelfde tafel zetten hun maaltijd gewoon voort. Mijn eetlust was door dat beeld bedorven. 
Één van de disgenoten was boos: “Ik ben zwaar hartpatient, en ik vind het een schande, dat het zo lang duurt vóór dat er hulp komt! Stel je voor, dat míj wat overkomt” Dat het slachtoffer bijna gestikt was, leek hem niet veel te deren. Ik wilde boos reageren, maar hield me in. 
Oude mensen zijn nou eenmaal niet altijd leuk. Later hoorde ik, dat diezelfde chagrijn wel vaker ruzie maakte. Met iedereen. Hij kreeg ook niet veel bezoek meer. Laatst waren er, ter gelegenheid van zijn verjaardag, toch nog een paar mensen op de koffie geweest. Toen hij daarna voor de maaltijd naar beneden kwam zat er een briefje op zijn rug geplakt: ‘Niet reanimeren.’ en daaronder: ‘De familie’.  
De grootste dreiging van de toekomst.